Woonstad
Een stad is een plaats waar mensen wonen en samenwonen. Wonen zou een basispijler van een stedelijk beleid moeten zijn. Maar dat is niet zo. Vandaag hebben steeds meer Turnhoutenaren het moeilijk een betaalbare woning te vinden. Het stadsbestuur rolt de rode loper uit voor projectontwikkelaars. Wij willen dat de stad radicaal van koers verandert en het heft in eigen handen neemt. Met een ambitieus plan voor betaalbaar wonen. Met voldoende woningen van goede kwaliteit. Met een Turnhoutse woonnorm bij alle grote nieuwbouwprojecten.
Visie & achtergrondinformatie
In het najaar van 2023 organiseerde de PVDA de grootste politieke bevraging uit de geschiedenis van Turnhout. Vijf maanden lang peilden we naar de mening van de inwoners van onze stad. 1239 Turnhoutenaren vulden onze bevraging in. Als opvallendste uitkomst uit die Grote Bevraging komt naar voor hoeveel belang de Binken hechten aan betaalbaar wonen. Bijna zes op de tien deelnemers plaatst het thema in hun top drie van belangrijkste aan te pakken thema’s.
Wonen is voor veel mensen onbetaalbaar geworden. Een oplossing komt niet in zicht zolang we geen radicaal ander beleid voeren. De vastgoedsector mikt op het rijke segment van de bewoners. Daardoor is er in die prijsklasse een overaanbod. Dat trekt de gemiddelde huurprijzen dan weer omhoog.
Betaalbare gezinswoningen, vernieuwing van oudere stadsdelen zonder de oorspronkelijke bewoners weg te jagen… dat staat allemaal niet in het opdrachtenboekje van het huidige stadsbestuur. De wachtlijsten voor een sociale woning worden elk jaar langer.
Jonge koppels, alleenstaanden, nieuwkomers, eenoudergezinnen, grote gezinnen… hoe langer hoe meer mensen krijgen het moeilijk om een betaalbare huur- of koopwoning te vinden. Het aanbod voldoet gewoon niet aan de vraag. De vrije markt lost het woningprobleem niet op. Integendeel.
Betaalbaar wonen, dat zou een prestigeproject moeten worden voor de hele stad. Daarvoor hebben we een ambitieus plan voor betaalbaar wonen nodig. Een plan met vier pijlers: (1) een wooncode op de private huurmarkt; (2) een actieve stedelijke vastgoedpolitiek met strengere normen voor projectontwikkelaars; (3) een ambitieus plan voor moderne sociale huisvesting en (4) een nultolerantie voor leegstand van woningen en gebouwen. Zo moet het mogelijk zijn om in enkele jaren tijd de nodige nieuwe woningen te hebben waarvan één derde extra sociale woningen en één derde extra betaalbare huur- en koopwoningen. Dat is onze Turnhoutse woonnorm.
Elke geïnvesteerde euro in goed wonen is op twee à drie jaar terugverdiend. Logisch. Want wie te veel betaalt voor zijn woning bespaart op andere uitgaven. En wie slecht woont, wordt door de ongezonde woonomstandigheden sneller ziek. Gezinnen die in een te kleine ruimte wonen, hebben meer stress. Omdat kinderen daar niet rustig kunnen studeren, is er ook meer schooluitval. Allemaal kosten waar je als maatschappij minder op moet uitgeven wanneer er voldoende betaalbare woningen van goede kwaliteit zijn.
Wat wij willen
Eén. Een kwaliteitsvolle en betaalbare huurmarkt
- We dringen aan bij de Vlaamse overheid om de huurprijzen te plafonneren aan de hand van objectieve criteria, zoals de kwaliteit van de woning, de oppervlakte en het aantal kamers.
- Zolang een Vlaams kader uitblijft, willen we gebruik maken van de gemeentelijke autonomie om in Turnhout een bindend huurprijzenraster uit te werken.
- We leggen een conformiteitsattest op voor elke huurwoning. Er komen extra woontoezichters om het aantal controles gevoelig op te drijven.
- De stad beheert zelf een website met alle woningen die te huur zijn. Met kwaliteitslabel en met vermelding van de huurprijs.
- Woningen die niet voldoen, registreren we als ongeschikt of onbewoonbaar. De heffingen op ongeschikte of onbewoonbare woningen worden verhoogd en ook echt geïnd.
- We begeleiden huurders van ongeschikte of onbewoonbare panden om een nieuwe woning te vinden. Het huurcontract kan enkel worden opgezegd als er een alternatieve woning is voor de huurder.
- We helpen verhuurders die niet de nodige middelen of expertise hebben om hun woning in orde te brengen volgens de normen van de Vlaamse Wooncode.
Meer achtergrondinformatie
Meer dan vier op de tien Turnhoutenaren huren een woning. De private huurmarkt is groot. Er zijn weinig regels en er is nog minder controle. Hier heerst de Far West. Er zijn heel wat goede verhuurders, maar daarnaast zijn er ook echte cowboys die veel te veel vragen voor woningen van slechte kwaliteit. Gevolg: veel huurders moeten een te groot deel van het inkomen aan woonlasten besteden. Meer dan 4000 Turnhoutenaren hebben financiële problemen omdat wonen te duur is.
Het is al te gek dat er vandaag geen enkele beperking bestaat op de huurprijs die een verhuurder kan vragen. 800 euro voor een kleine studio, dat kan vandaag. Het wordt nergens verboden. Wij willen dat de Vlaamse regering een prijsplafond oplegt voor de private huurmarkt. Dat kan aan de hand van een raster van huurprijzen, zodat huurprijzen bepaald kunnen worden op basis van objectieve criteria: de kwaliteit en de veiligheid van de woning, de oppervlakte, het aantal kamers, het comfort, de energiezuinigheid. We geven elk criterium een aantal punten en elk punt komt overeen met een vaste som. Zo kunnen we de huurprijs samenstellen. Respecteert de verhuurder het raster van de huurprijzen niet, dan moet de huurder het recht hebben zich tot een rechter te wenden om het te doen respecteren.
Steden en gemeenten hebben de opdracht te zorgen voor een betaalbaar woonaanbod op hun grondgebied. Gemeenten kunnen in dat kader huurprijsregulering invoeren zo lang er op Vlaams geen kader voor wordt voorzien. We willen erop aandringen dat Vlaanderen in heel het gewest de huurprijzen onder controle brengt. Maar indien een Vlaams kader uitblijft, willen we gebruik maken van de gemeentelijke autonomie om in Turnhout een bindend huurprijzenraster uit te werken. De wooncrisis is immers zo ernstig dat we het gemeentelijk belang kunnen inroepen om de lacune in de Vlaamse regelgeving in te vullen.
Vandaag kennen 24 Franse steden een gelijkaardig systeem. In Parijs geldt zo’n regulering bijvoorbeeld sinds 2019. In Catalonië is het systeem in 2024 weer ingevoerd. Sinds 2015 heeft Duitsland een huurprijsplafond dat huurders toelaat om buitensporige huurprijzen aan te vechten in de rechtbank. De voorbeelden uit het buitenland tonen dat een huurprijsplafond mogelijk is en dat het werkt.
Wij willen dat alle verhuurde woningen in Turnhout voldoen aan de minimale kwaliteitseisen van de Vlaamse Wooncode. Turnhout is ondertussen begonnen met de uitrol van een conformiteitsattest, dat is een woonkeuringslabel, voor alle verhuurde woningen. Dat is niet meer dan logisch. Zoals een auto wordt gekeurd voor hij de baan op mag, zo zou ook elk pand gekeurd moeten worden voor het verhuurd mag worden.
De beloofde controles op woningen lopen echter ernstige vertraging op. Aan dit tempo gaat het nog meer dan tien jaar duren voor elke huurwoning gecontroleerd is op kwaliteit. Wij willen alle verhuurde woningen in de stad gecontroleerd zien. Daarom verhogen we het aantal woontoezichters. Maatschappelijk werkers begeleiden de huurders van ongeschikte of onbewoonbare panden om een nieuwe woning te vinden.
Maar ook met het conformiteitsattest dat de stad nu uitrolt zien we dat de zwaarste gevolgen vaak voor de huurder zelf zijn. Wanneer een huisjesmelker jarenlang een krot verhuurd heeft en het pand weigert in orde te brengen, dan krijgt hij geen conformiteitsattest. Dan is zijn enige ‘straf’ dat hij het pand niet meer mag verhuren… Maar de huurder die komt dan op straat te staan. Huurders die slachtoffer zijn van huisjesmelkerij willen we beter beschermen. Het huurcontract kan enkel worden opgezegd als er een alternatieve woning is voor de huurder.
Verhuurders van woningen die niet in orde zijn volgens de Vlaamse Wooncode kunnen gebruik maken van premies van een stedelijke wooncoöperatie als zij niet de nodige middelen of expertise hebben om renovaties uit te voeren. De Turnhoutse Wooncoöperatie kan ook werken uitvoeren voor private eigenaars. Dan schiet ze de kosten voor en de eigenaar betaalt die daarna terug met het geld van de besparing op huur en energie.
Verhuurders die wel de middelen hebben om hun woning in orde te brengen, geven we hogere boetes en kunnen verplicht worden hun pand in handen te geven van de Turnhoutse Wooncoöperatie. We laten de stad en het OCMW investeren in sociale tewerkstellingsprojecten om deze woningen bewoonbaar te maken. We zetten ook alles in het werk om huisjesmelkers juridisch te laten vervolgen.
In lokale Woonkantoren van de stad moet elke Turnhoutenaar terecht kunnen met vragen rond wonen. Welke premies krijg ik als eigenaar bij verbouwingen? Mijn woning is vochtig, kan er een controle komen? Hoe schrijf ik me in bij de sociale huisvesting? Het Woonkantoor is de eerste plek in de wijk waar je kan binnenwandelen en advies krijgen over wonen.
We maken een woonsite van de stad, een website waarop huurwoningen worden aangeboden. We geven een ‘groen label’ aan alle woningen met een conformiteitsattest. Dat is goed voor iedereen: voor mensen op zoek naar een goede huurwoning en ook voor alle goedmenende eigenaars. Deze woonsite toont ook de maximum vastgelegde huurprijs. Zo kan de stad het aanbod aan huurwoningen mee sturen.
Door een gebrek aan degelijke betaalbare huurwoningen, moeten mensen met een klein budget soms noodgedwongen een huis in slechte staat kopen. Zij hebben echter geen middelen om te renoveren en vallen systematisch uit de boot voor premies en steunmaatregelen. Voor deze mensen is een noodkoopfonds vaak de enige weg naar een kwaliteitsvolle woning. Andere steden en gemeenten maken vandaag al gebruik van zo’n noodkoopfonds.
Twee. Een actieve stedelijke vastgoedpolitiek
- We verbieden de verdere verkoop van stadsgronden en stadsgebouwen.
- Concessies aan projectontwikkelaars worden alleen vergund via erfpacht.
- Bij projecten waarin de stad partner is, leggen we strenge eisen op aan de ontwikkelaar op vlak van betaalbare woningen.
- We gaan voor minimum een derde sociale woningen en minimum een derde betaalbare woningen bij alle nieuwbouwprojecten.
- Op termijn richten we een Turnhoutse Wooncoöperatie op die zelf instaat voor de bouw, renovatie en isolatie van woningen.
- Bij nieuwbouwprojecten van de Turnhoutse Wooncoöperatie inspireren we ons op het Weense SMART-mode
Meer achtergrondinformatie
Bouwen doe je niet in het luchtledige. Om het aanbod van betaalbaar wonen te kunnen uitbreiden, heeft een stad grond nodig. De voorbije jaren verpatste Turnhout veel eigen gronden en eigen gebouwen. Die braderie moet stoppen. We stoppen met de uitverkoop van onze stad aan projectontwikkelaars. Wij houden publieke gronden in publiek bezit.
Wij willen stadsgronden niet langer verkopen aan projectontwikkelaars, maar in plaats daarvan werken via erfpacht, zoals in Amsterdam en Wenen. Bij erfpacht wordt de projectontwikkelaar geen eigenaar van de grond, maar moet hij een vergoeding blijven betalen aan de stad. Dat erfpachtsysteem heeft minstens vier voordelen: we kunnen de criteria bepalen van wat er gebouwd moet en mag worden, we beperken de speculatie, we werken prijsdempend en we verkrijgen inkomsten die we dan weer in andere projecten rond betaalbaar wonen kunnen investeren. Vier vliegen in één klap.
Overal in Turnhout wordt gebouwd en toch blijft wonen onbetaalbaar. Bij grote bouwprojecten zoals de Heizijde of Niefhout is de stad betrokken partij omdat het openbaar domein telkens grondig wordt hertekend. Je kan niet spreken van een louter privaat project wanneer op kosten van de belastingbetaler wegen, voetpaden, pleinen, rioleringen en warmtenetten worden aangelegd. In dergelijke grote bouwprojecten die alleen mogelijk zijn dankzij publieke inbreng, kan de stad strenge eisen opleggen op vlak van welke woningen er komen en op vlak van betaalbaarheid.
Projectontwikkelaars en bouwbedrijven focussen op de hogere inkomens en zorgen voor een spiraal van oververhitting van de prijzen. De stad moet daarop ingrijpen met strengere normen. Wij gaan voor minimum een derde sociale woningen en minimum een derde betaalbare woningen bij alle grote nieuwbouwprojecten.
Op termijn kan de stad een eigen stedelijke maatschappij oprichten die zelf woningen bouwt en beheert. De maatschappij stelt dan zelf architecten, aannemers en bouwbedrijven aan en verkoopt het project niet door aan een private projectontwikkelaar. Zo hebben we ook zelf controle op goede loon- en arbeidsomstandigheden in de bouw en bestrijden we sociale dumping. De stedelijke bouwmaatschappij voert ook zelf renovatie- en isolatiewerken uit. Deze maatschappij kan ook werken uitvoeren voor private eigenaars. Dan schiet ze de kosten voor en de eigenaar betaalt die daarna terug met het geld van de besparing op huur en energie.
Zo'n stedelijke woonmaatschappij kunnen we organiseren als een wooncoöperatie. Zowel de stad, de sociale huisvestingsmaatschappijen, als de huurders en eigenaars zijn dan coöperant. Zo betrekken we de bevolking bij het woonbeleid. De Turnhoutse Wooncoöperatie moet democratisch en transparant werken. In een publiek register worden alle contracten met private ondernemingen bijgehouden.
We zouden op de woningmarkt een toegankelijke, betaalbare en kwaliteitsvolle vorm van wonen moeten hebben. Turnhout kan inspiratie halen uit de SMART-woningen in Wenen. Daar wordt bewust gekozen voor compacte, goedkope huisvesting. De inrichting van die SMART-woningen is modulair: ze kan veranderen als de gezinssituatie wijzigt. De oppervlakte van elke wooneenheid wordt op die manier optimaal benut. Er is een groot eigen terras voor alle wooneenheden, er zijn gezamenlijke voorzieningen zoals fietsenstalling, groene zones, een extra aparte leefruimte en keuken voor familiefeestjes… De SMART-woningen hebben een minimale ecologische voetafdruk. Ze zijn bestemd voor eenoudergezinnen, ouderen en alleenstaanden. Kortom, voor de groepen met de hoogste woonnood. Bij nieuwbouwprojecten van de toekomstige Turnhoutse Wooncoöperatie inspireren we ons op het Weense SMART-model.
Drie. Een ambitieus beleid voor moderne sociale huisvesting
- Met de sociale huisvestingsmaatschappijen zorgen we ervoor dat elke wijk minimaal 9 procent sociale huurwoningen heeft.
- Bij nieuwbouwprojecten leggen we een minimum van een derde sociale huurwoningen op.
- We beperken de structurele leegstand in de sociale huisvesting door een gefaseerde planning van de renovaties en door voldoende financiering.
- We stemmen het sociaal huuraanbod inzake typologie beter af op de vraag.
- We bevriezen de huurprijzen van sociale woningen en plafonneren de gemeenschappelijke kosten (de huurlasten) op maximaal 10 procent van de huurprijs.
- We versterken de woonzekerheid van de sociale huurders.
Meer achtergrondinformatie
Wonen is een universeel basisrecht. De overheid heeft de plicht om het recht op wonen te garanderen maar dat gebeurt vandaag niet. De afgelopen tien jaar zagen we een sterke stijging van de huurprijzen.
Er moeten dringend meer betaalbare woningen komen. De stad telt vandaag amper 1700 sociale huurwoningen, terwijl meer dan 2600 Turnhoutenaren op een wachtlijst staan voor een sociale woning. Dat cijfer blijft stijgen. Vorig jaar kwamen er in één klap 150 wachtenden bij. Maar op een wachtlijst kan je niet wonen.
De voorbije tien jaar zijn er in de stad meer dan 4000 inwoners bijgekomen. De komende jaren zal dat aantal verder blijven stijgen. Waar moeten die allemaal wonen? Zonder radicale ingreep wordt wonen nog onbetaalbaarder. De meerderheidspartijen in Turnhout laten bijna alles over aan de private ontwikkelaars. Aan de Hillewaeres en Matexis van onze stad. Zo gaan we de nood aan betaalbare woningen niet oplossen.
Het doel van sociale huisvesting is altijd geweest: betaalbare huurwoningen voor iedereen mogelijk maken. In 1961, toen voor het eerst inkomensgrenzen voor een sociale huurwoning vastgelegd werden, kwam nog 60 procent van de bevolking in aanmerking voor een sociale woning. Vandaag is die visie verdwenen en ziet Vlaanderen sociaal wonen enkel nog weggelegd voor de allerarmsten. Wij willen de sociale huisvesting veel ruimer uitbouwen. Zo kunnen we ook de inkomensgrenzen weer optrekken. Mensen met een modaal inkomen vinden dan opnieuw een plaats in onze moderne sociale huisvesting. Door hogere inkomenscategorieën toe te laten, zullen op termijn ook de huurinkomsten voor de sociale huisvestingsmaatschappijen stijgen.
Sociale woningen, dat is volgens de N-VA-minister van Wonen Matthias Diependaele maar ‘een tijdelijke noodoplossing’. Een tijdelijke noodoplossing voor arme sukkelaars, die er het best zo snel mogelijk weer uit weg moeten, naar de heilige koe van de private markt. En dus worden de regels voor de huurders verstrengd. Er komen tijdelijke contracten in plaats van woonzekerheid. Er komen nieuwe regels die sociale huurders verbieden een stukje eigendom te hebben. Als hun inkomen stijgt, zouden sociale huurders moeten verhuizen. Zo wordt sociaal wonen steeds meer in het hoekje van de marginaliteit geduwd. Nochtans zijn onderzoekers, specialisten en mensen uit het middenveld ervan overtuigd dat we naar meer sociale woningen moeten.
Volgens de Vlaamse regering zou elke gemeente 9 procent sociale huisvesting moeten voorzien. Voor ons is dat een minimumdrempel. Lager kan niet. De meeste steden in Europa tellen meer dan 20 procent sociale huisvesting. Turnhout haalt slechts 8 procent sociale woningen, die dan nog eens zeer ongelijk verdeeld zijn. De zuidelijke wijken Schorvoort en de Parkwijk bevatten bijna een derde sociale woningen, terwijl in het centrum en in het noorden slechts 1 tot 5 procent wordt gehaald. We willen snel naar 9 procent sociale huisvesting in elke wijk, dus ook in het centrum of in de Heizijdse velden. Enkel zo garanderen we een sociale mix in heel de stad. Wij willen minimaal een derde sociale woningen en een derde betaalbare woningen bij alle grote nieuwbouwbouwprojecten in de stad.
We schakelen ook een versnelling hoger om leegstaande sociale woningen te renoveren. Vandaag staan in onze stad maar liefst 250 sociale woningen leeg. In sociale woonwijken zoals de Parkwijk sleept de leegstand al meer dan tien jaar aan. Voor private bouwprojecten gaat het toch allemaal veel sneller in Turnhout. Wij gaan voor enkel kortstondige leegstand tussen twee verhuurbewegingen. We stellen een masterplan op voor de renovatie van alle leegstaande woningen in de komende legislatuur. We renoveren bij grote renovatieprojecten eerst de leegstaande woningen zodat bewoners die al tientallen jaren in een wijk wonen, daar ook kunnen blijven wonen. Het Masterplan voor de Parkwijk laten we versneld uitvoeren.
Er zijn vandaag veel te weinig woningen voor grote gezinnen. Daarom staan grote gezinnen vandaag nog langer dan anderen op een wachtlijst. We willen het sociaal huuraanbod dan ook beter afstellen op de vraag.
Ook voor veel sociale huurders neemt de huur een flinke hap uit het budget. Daarbovenop komen de bijkomende gemeenschappelijke kosten – de huurlasten. Die huurlasten zijn, in tegenstelling tot de huurprijs, niet afhankelijk van het inkomen van de huurder. We bevriezen daarom de huidige huurprijs van sociale woningen en plafonneren de huurlasten op 10 procent van de huurprijs.
Vier. Nultolerantie voor leegstand
- We bestrijden commerciële leegstand en woningleegstand met permanente controles.
- We verhogen het bedrag van de leegstandsheffing en verminderen het aantal vrijstellingen.
- Wooneenheden die langer dan drie jaar leeg staan, geven we in handen van de sociale huisvestingsmaatschappij of van de stedelijke wooncoöperatie.
- We brengen het leegstandsregister up-to-date en we verhogen het aantal stedelijke medewerkers.
Meer achtergrondinformatie
Er staan heel wat woningen leeg in onze stad. Ook langdurige leegstand blijft bestaan. Ondertussen zijn duizenden gezinnen op zoek naar een betaalbare woning.
Wij willen de heffing op leegstand verhogen. Het basisbedrag in Turnhout bedraagt amper 2500 euro voor een volledige woning. In Mechelen is dat meer dan 4000 euro. Er zijn ook te veel vrijstellingen op die leegstandsheffing. We willen die beperken. Daarbij ontzien we mensen die niet de nodige middelen of expertise hebben om de nodige renovaties uit te voeren. Maar voor vastgoedbedrijven en eigenaars van meerdere vrijstaande panden verdubbelen we de leegstandsheffing. De opbrengst investeren we in projecten voor betaalbaar wonen.
Bij structurele leegstand van langer dan drie jaar nemen we ingrijpende maatregelen. In zo’n geval kregen de betrokken eigenaars al enkele jaren de kans om te doen wat moet: hun woning bewonen, verkopen of verhuren. De stad draagt deze wooneenheden na drie jaar dan ook over aan de sociale huisvestingsmaatschappij of aan een stedelijke wooncoöperatie. Zo kunnen we het aanbod sociaal wonen of betaalbaar wonen op de huurmarkt vergroten.
Er is ook nog veel verborgen en niet geregistreerde leegstand. Wij willen een actieve controle op leegstand door stedelijke diensten. Alleen bij een correcte registratie kan er sprake zijn van een correcte heffing.