Kindvriendelijke stad
Kinderen en jongeren hebben recht op de stad. Niet later, als volwassenen, maar nu. Een stad waar de overheid kinderopvang van kwaliteit zelf organiseert. Een stad waar kinderen zelfstandig en veilig gebruik kunnen maken van de publieke ruimte en infrastructuur. Een stad met een divers en laagdrempelig vrijetijdsaanbod. Jonge Binken zijn de experts bij uitstek over de plek waar ze wonen, leren en zich amuseren. Daarom kunnen we, door hen aan het woord te laten, een schat aan voorstellen en engagement aanboren. Onderwijs is net als gezondheidszorg, wonen en werk een basisrecht. De overheid heeft dan ook de plicht voor iedereen onderwijs te garanderen zonder financiële of andere drempels. Onderwijs moet de talenten van onze kinderen ontwikkelen. Hun kennis bijbrengen om de wereld te begrijpen, hen kritisch en weerbaar te maken om die wereld beter te maken. Onderwijs moet de hefboom zijn voor emancipatie en sociale gelijkheid.
Visie & achtergrondinformatie
In Turnhout zijn de wachtlijsten voor de kinderopvang bij de langste van alle Vlaamse steden. Elke baby en peuter heeft recht op een kwaliteitsvolle opvangplaats in de buurt. Dat is een van de grote uitdagingen voor de komende jaren voor onze stad. We zetten extra in op voldoende opvang voor en na school, in publieke handen en dicht bij huis of in de school zelf. We herwaarderen ons onderwijs, zodat niemand uit de boot valt. We zorgen voor een groter aanbod om te spelen en actief te zijn in de open ruimte en ondersteunen de jeugdwerkingen.
Wat wij willen
Eén. Een Marshallplan voor stedelijke kinderopvang
- We werken een Marshallplan uit om de tekorten in de stedelijke kinderopvang deze legislatuur weg te werken.
- We bouwen de stedelijke kinderopvang verder uit, met voldoende personeel en een goede infrastructuur.
- Voor de voor- en naschoolse opvang is er bijkomend geld nodig zodat gezinnen daar niet op te hoge financiële drempels botsen.
- Voor vakantieopvang en de buitenschoolse opvang werken we nauw samen met scholen.
- We breiden de flexibele kinderopvang, naar voorbeeld van Het Lindeke, uit naar alle wijken van de stad.
Meer achtergrondinformatie
Kinderen tussen nul en zes jaar halen veel profijt uit een stimulerend aanbod van kinderopvang, pedagogische ondersteuning en kleuteronderwijs, zowel qua cognitieve ontwikkeling als op sociaal en gezondheidsvlak. Als ze in hun prille levensjaren geen beroep kunnen doen op die diensten, dan presteren zelfs de knapste kinderen uit kansarme milieus beneden de middenmoot.
Goede en sterke publieke dienstverlening ontlast de gezinnen en de vrouwen. Vrouwen nemen nog altijd het merendeel van de zorgtaken op zich. Er is een rechtstreekse link tussen goede en betaalbare kinderopvang en de toegang tot werk. Om al deze redenen organiseren we de uitbreiding van goede en betaalbare kinderopvang van de stad. Vanuit datzelfde oogpunt moet de stad de vakantieopvang en de buitenschoolse opvang stevig in handen nemen.
Er is geen tijd te verliezen want in Turnhout kunnen we spreken van een echte crisissituatie in de kinderopvang. Onze stad telt slechts 35 opvangplaatsen per 100 peuters. Dat is het slechtste van alle Vlaamse centrumsteden. Meer dan de helft van alle ouders die op zoek is naar kinderopvang vindt geen plek. Die opvangcrisis vertaalt zich in een enorme ontevredenheid van de Turnhoutenaren over het aanbod kinderopvang, dat bleek nog uit de laatste Stadsmonitor.
Het stadsbestuur heeft nu een subsidiereglement uitgewerkt om startende privé opvanginitiatieven financieel te belonen. Maar het is nog heel onzeker of dit initiatief effectief voldoende extra opvangplaatsen zal creëren.
Wat we nodig hebben is een Marshallplan om de komende jaren honderden opvangplaatsen bij te creëren in de stedelijke kinderopvang. Doelstelling moet zijn om de wachtlijsten in de kinderopvang weg te werken tegen het einde van de legislatuur. De verschillende locaties van Slabbers en Co (voor baby’s en peuters), Gabbers en Co (voor kinderen tot 12 jaar) en Het Lindeke (flexibele opvang voor baby’s en peuters), dat zijn de troefkaarten die we moeten uitspelen en verder uitbouwen. We brengen de stedelijke kinderopvang naar elke buurt en verhogen daarmee zowel de nabijheid als de capaciteit. We maken extra stedelijke middelen vrij en waken over de kwaliteit en over de betaalbaarheid van onze diensten.
Onze kinderopvang moet altijd publiek blijven. Het stadsbestuur fantaseert over grote bedrijven zoals Soudal die zelf hun kinderopvang zouden organiseren. Het stadsbestuur zou zo’n initiatief dan financieel belonen met subsidies. Kinderopvang op je werk klinkt natuurlijk aantrekkelijk. Maar een grote multinational zal enkel zo’n initiatief nemen als het daar winst op kan maken.
Als bedrijven hun winsten willen vergroten, gaan de kwaliteit in de dienstverlening en de arbeidsvoorwaarden voor het personeel er telkens op achteruit. Of er komen hogere prijzen voor wie kwaliteit wil. Ook Nederland heeft de keuze voor de privé gemaakt. Vandaag is de situatie dramatisch: stijgende prijzen, slechte kwaliteit, groot onderaanbod, ondergekwalificeerd en slecht betaald personeel… In juli 2012 ging Estro, een groep met 340 crèches en opvanglocaties, failliet. Duizenden gezinnen hadden plots geen opvang meer voor hun kinderen. Zulke toestanden willen we hier niet meemaken. Kinderopvang moet een basisvoorziening zijn, geen bron van winst voor aandeelhouders van multinationals. Kinderopvang is een publieke aangelegenheid, geen markt waar grote bedrijven zich op kunnen storten.
Ook voor de voor- en naschoolse opvang voor kinderen tot 12 jaar zijn er bijkomende middelen nodig zodat gezinnen daar niet op te hoge financiële drempels botsen. Voor vakantieopvang en de buitenschoolse opvang werken we nauw samen met scholen. De voorbije jaren hebben verschillende Turnhoutse scholen projecten opgezet om de buitenschoolse opvang in de schoolgebouwen zelf te organiseren. In het kader van het BOA-decreet krijgt de school financiële ondersteuning om kinderbegeleiders aan te werven. Die kinderbegeleiders hebben een hechte band met de school en met de kinderen. Voor veel kinderen en ouders is de school dan ook de natuurlijke plek voor die opvang. We zetten die projecten verder. We verzetten ons tegen een mogelijke overheveling van de buitenschoolse opvang naar Zorggroep Orion.
Twee. Verhoog de slaagkansen op school van elk kind
- We willen kleinere klassen in onze scholen.
- We openen een stedelijke kleuter- en basisschool in elke wijk.
- We dringen er bij de Vlaamse overheid op aan dat kleuter-, lager en secundair onderwijs volledig kosteloos wordt. Zolang dat niet gebeurt, werken we met maximumfacturen in het stedelijk onderwijs en breiden we de onderwijscheques uit naar het secundair onderwijs.
- We organiseren een inschrijvingsbeleid dat elk kind een plaats garandeert in een gemakkelijk toegankelijke, sociaal gemengde school.
- We garanderen een plaats op school voor elk kind, ook in het buitengewoon onderwijs.
- We versterken opnieuw het onderwijsteam van de stad Turnhout.
- We bieden elke dag gratis soep met brood aan op school, van kleuter- tot middelbaar onderwijs.
- We dringen aan bij de Vlaamse overheid op een langere gemeenschappelijke stam en op het uitstellen van de studiekeuze tot 16 jaar.
- We dringen bij de Vlaamse overheid aan op het aanpakken van het lerarentekort door het beroep opnieuw aantrekkelijker te maken.
- We dringen aan bij de Vlaamse overheid op een vervangingspool van leerkrachten.
Meer achtergrondinformatie
Turnhout is onmiskenbaar het centrum van onderwijs in onze regio. In het kleuter-, lager- en secundair onderwijs samen volgen meer dan 13.000 jongeren een opleiding in onze stad. Maar er is nog veel werk aan de winkel. Het aantal zittenblijvers in Turnhout zit boven het Vlaamse gemiddelde. De PISA resultaten tonen wat er fout loopt: de Vlaamse school is vandaag de school van de ongelijkheid. Ons onderwijs is de kampioen in het reproduceren van sociale ongelijkheid. Niet talent en doorzettingsvermogen bepalen je schoolloopbaan en je positie in de samenleving daarna, maar je afkomst. Leerlingen uit kansarme gezinnen zijn oververtegenwoordigd in de statistieken van schoolse vertraging en schoolse mislukking.
Er is een doortastend beleid nodig om die kloof te dichten. We willen een school waar alle kinderen slagen, ook zij die het thuis sociaal en financieel moeilijker hebben. Alle kinderen moeten op school de nodige hulp krijgen.
Leerkrachten willen dat alle leerlingen vooruitgaan in de klas. Daar hebben we kleinere klassen voor nodig. Het STAR-onderzoek in de VS heeft de resultaten gemeten als leerlingen gedurende vier leerjaren (van 6 tot 10 jaar) met 13 à 15 dan wel met 22 à 25 in een klas zitten. De leerlingen uit de kleinere klassen boekten in hun schoolloopbaan een gemiddelde leerwinst van meer dan een jaar en behaalden ook betere resultaten in het hoger onderwijs. Alle leerlingen boekten een grote leerwinst, de leerlingen uit de kansarme gezinnen het meest. De leerkracht kende in de kleinere groepen alle leerlingen beter en kon doeltreffender aan elk van hun individuele noden beantwoorden.
In de kleuterschool en het eerste en tweede jaar basisonderwijs willen we ongeveer 15 kinderen in de klas. In de volgende jaren van het lager en het secundair onderwijs willen we maximaal 20 leerlingen in de klas. In het stedelijk onderwijs geeft de stad het goede voorbeeld.
Kleinere klassen, dat vraagt extra leerkrachten. Het is heel jammer dat zo veel startende leerkrachten het onderwijs snel verlaten. Het leraarsberoep moet opnieuw aantrekkelijker gemaakt worden. De planlast is vandaag hoog terwijl het lesgeven opnieuw centraal zou moeten staan. Daarnaast moet er een volwaardige vervangingspool komen. Wie werkloos is, een leraarsdiploma bezit en toetreedt tot de pool, heeft dan recht op werkzekerheid voor een volledig schooljaar en op een loon voor twaalf maanden. De leerkrachten van de vervangingspool zetten we in om zieke collega’s te vervangen binnen een bepaalde regio. Tussen twee vervangingen verrichten ze pedagogische taken in een ankerschool (als hulpleerkracht, bij remediëring, huiswerkklas…). Door de snelle vervanging daalt het aantal verloren lesuren drastisch. Vandaag lopen leerlingen een achterstand op als een vak lange tijd niet gegeven wordt. De vervangingspool zorgt voor werkzekerheid voor de onderwijzers en voor leszekerheid voor de leerlingen.
We garanderen een plaats op school voor elk kind, ook in het buitengewoon onderwijs. Vandaag staan 60 kinderen in onze regio op een wachtlijst omdat er geen plaats voor hen is. Dat is een schande in een rijke regio als Vlaanderen.
Door werk te maken van kleinere klassen in onze scholen, verhogen we de slaagkansen van alle leerlingen. Maar dat alleen is niet voldoende. We willen ook alle drempels wegwerken die vandaag nog vaak voor de schoolpoort liggen. Onderwijs is een basisrecht. Om dit recht te garanderen maken we het onderwijs ook echt toegankelijk. We openen een stedelijke kleuter- en basisschool in elke wijk. Dat is het minimum.
Het kleuter-, lager en secundair onderwijs moet kosteloos zijn, zoals het in de Grondwet staat. Het onderwijsbudget in ons land moet opgetrokken worden naar 7 procent van het bbp (bruto binnenlands product), zoals in de jaren tachtig nog het geval was. We willen dat de herfinanciering van het onderwijs betaald wordt met de opbrengst van een miljonairstaks of vermogensbelasting. Onze scholen zijn gewoon te duur. Middagstudie en nabewaking dikken die factuur vaak nog aan. Je kinderen naar school sturen zorgt bij veel ouders voor een grote hap uit het gezinsbudget. In het middelbaar onderwijs lopen de kosten nog hoger op. We dringen aan bij de Vlaamse overheid dat kleuter-, lager en secundair onderwijs volledig kosteloos worden. Zolang dat niet gebeurt, werken we met maximumfacturen in het stedelijk onderwijs, naar voorbeeld van het Antwerps provinciaal onderwijs. We breiden de onderwijscheques uit naar het secundair onderwijs. Die bestaan nu al voor het basisonderwijs.
De kinderarmoede in onze stad is hoog. Bijna één op vier Turnhoutse kinderen groeit op in kansarmoede. De verhalen over lege boterhammendozen zijn wel bekend. Dit kunnen we relatief eenvoudig oplossen. We bieden elke dag gratis soep met brood aan op school, van kleuter- tot middelbaar onderwijs. Door in te zetten op gezonde warme maaltijden in de scholen zijn Finland en Zweden erin geslaagd overgewicht in te dijken. Die collectieve aanpak lost meteen de ongelijkheden in de boterhammendozen op.
We werken ook de sociale ongelijkheid in ons onderwijs weg. Vroegtijdige opsplitsing in hiërarchische studierichtingen vanaf vroege leeftijd werkt de sociale selectie in de hand. Er is een duidelijk verband tussen welke leerling in BSO, TSO of ASO belandt en de sociaal-economische achtergrond. Zoals veel onderwijsspecialisten pleit ook de PVDA voor een langere gemeenschappelijke basisvorming – tot 16 jaar – en een latere studiekeuze. Wij gaan voor een veelzijdige vorming: iedereen moet een goede basis krijgen van algemene, wetenschappelijke en technische kennis en vaardigheden. Het is een vorming die ook handvaardigheden, lichamelijke opvoeding en sport, muzikale en beeldende vorming en expressie bevat. Met een lange ‘gemeenschappelijke stam’ kunnen we iedereen die veelzijdige vorming bieden. Een latere studiekeuze zal een rijpere studiekeuze zijn en ze zal minder dan vandaag bepaald zijn door de sociale afkomst.
Het gaat erom de wereld te begrijpen en erop in te grijpen. Daarom willen we ook culturele basisvaardigheden geïntegreerd zien in het dagonderwijs, van de kleuterklas tot en met de bachelor in het hoger onderwijs. Een kunstzinnige vorming is net zo nodig als leren lezen en rekenen. We gaan ook voor een laagdrempelig deeltijds kunstonderwijs waar talenten de kans krijgen zich verder te ontwikkelen.
We pleiten voor een inschrijvingsbeleid waarbij de overheid elk kind een plaats garandeert in een gemakkelijk toegankelijke en sociaal gemengde school. Om kampeertoestanden te voorkomen, moeten alle scholen meewerken aan het Centraal Aanmeldingsregister (CAR). Momenteel treden scholen nog vrijwillig toe tot het CAR.
We betreuren de afbouw van het onderwijsteam van de stad Turnhout. Het onderwijsteam staat in nauw contact met een heleboel onderwijsactoren en neemt een belangrijke rol op voor het creëren van gelijke onderwijskansen voor iedereen. Zo kan het Turnhoutse scholen ondersteunen bij het ontwikkelen van een bewust armoede- en schoolkostenbeleid. Het onderwijsteam kan ook helpen bij het uitrollen van projecten, zoals het aanbieden van gezonde maaltijden op school. Door personeelsbesparingen bij de stad werkt er nu nog één iemand voor het “onderwijsteam”. Om de uitdagingen doelgericht aan te pakken is het noodzakelijk om hiervoor opnieuw meer arbeidskrachten vrij te maken.
“It takes a village to raise a child”. Het concept ‘brede school’ sluit daarop aan. Een brede school is ingebed in de wijk en de wijk is ingebed in de school. Cultuur- en sportaanbod worden in en rond de school aangeboden en de school staat open voor verenigingen uit de buurt. Er is een brede schoolwerking die ingeplant is in de wijk. Kinderen en jongeren krijgen er kwaliteitsonderwijs en leggen er de basis voor een leven lang leren. Rond de school ontwikkelt zich een intens sociaal leven, vanaf het moment dat de kinderen hun eerste stapjes door de grote schoolpoort zetten tot het moment dat een van de ouders ‘s avonds in de lokalen een cursus gaat volgen of aan sport komt doen. Veel verenigingen hebben vaak een tekort aan lokalen voor hun activiteiten. Schoolgebouwen niet leeg laten staan na de lesuren is ook een kwestie van efficiënt inzetten van onze publieke ruimte. De school als ‘ons dorp’.
Drie. Een plaats om kind te zijn
- De openbare ruimte richten we zo in dat jongeren er zich thuis voelen. We voorzien voor alle kinderen en jongeren een speelterrein op maximaal 400 meter van huis.
- We richten straten in met ‘spelaanleiding’, bijvoorbeeld door op het voetpad een hinkelspel aan te brengen.
- We betrekken kinderen en geven hen inspraak bij het kindvriendelijk inrichten van straten en pleintjes.
- We zorgen voor een breed, laagdrempelig speelaanbod voor de kinderen op de pleinen in heel de stad: gratis en zonder inschrijvingen.
- In elke wijk is een sterke permanente werking van het professioneel jeugdwerk nodig.
- We organiseren en ondersteunen jaarlijks gezamenlijke evenementen om de ontmoeting, uitwisseling en samenwerking tussen jongeren in de verschillende vormen van jeugdwerk te stimuleren.
Meer achtergrondinformatie
Al spelend leren kinderen niet alleen motorische maar ook sociale vaardigheden. In de stad groeien veel kinderen op in appartementen of kleine woningen zonder tuin. Dan is het belangrijk dat ze dicht bij huis kosteloos kunnen spelen. Zo maken ze vriendjes in de buurt en wordt de band tussen de buurt en de kinderen sterker. Wij willen dat er voor elk kind in elke buurt op minder dan 400 meter een speelruimte is, met sportveldjes, zitbanken, groen, sanitair en drinkwaterfonteintjes.
Daarvoor moet de stad niet overal speelruimtes ‘bouwen’, ze kan ook creatief zijn. Het kan bijvoorbeeld ook door buurtscholen in het weekend open te stellen, maar ook door kleine speeltuigen en speelaanleidingen zoals bepaalde parcours aan te brengen in de openbare ruimte. Speelruimte creëren is de eerste stap, degelijk onderhoud ervan is de tweede stap en ook die is nodig.
De PVDA wil geen plekje laten verloren gaan. Zo kunnen straten speciaal worden ingericht met ‘spelaanleiding’, bijvoorbeeld door op het voetpad een hinkelspel aan te brengen. Dat vereist wel een omslag op vlak van mobiliteit: weg van autostraten naar echte woonstraten.
Er moeten ook meer goed uitgeruste speeltuinen en speelruimtes komen met veel groen. Park Begijneveldekens is daarvan een goed voorbeeld. Zo zorgen we voor een breed, laagdrempelig en gratis speelaanbod voor de kinderen in heel de stad.
Bij nieuwbouwprojecten zoals Niefhout zien we toe op voldoende groene ruimte en speelruimte voor kinderen. Met de huidige plannen van het stadsbestuur dreigt er hier veel open ruimte verloren te gaan. We betrekken kinderen en geven hen inspraak bij het kindvriendelijk inrichten van deze nieuwbouwprojecten maar ook van bestaande straten en pleintjes.
Jeugdvereningingen, van een jeugdbeweging met vrijwilligers tot het professioneel jeugdwerk, spelen een belangrijke rol voor duizenden kinderen en jongeren in onze stad. Onze visie hierop leggen we uit in hoofdstuk 8 “Stad van de Jeugd”.