Financieel gezonde stad
Een begroting maken is keuzes maken. Waar haal je het geld vandaan en waar gaat het naartoe? Niemand wil het geld door deuren en ramen gooien en niemand wil terug naar een schuldenberg. De oplossing ligt niet bij een hele reeks retributies en taksen die Jan en alleman treffen, terwijl de grootbedrijven buiten schot blijven. Wij willen de logica omkeren, zodat de sterkste schouders ook op stedelijk vlak de zwaarste lasten dragen.
Visie & achtergrondinformatie
Dat het anders kan, bewijst de PVDA in Zelzate. Daar zorgde een “eerlijke taxshift” ervoor dat grote bedrijven en multinationals meer bijdragen, en gewone burgers en kleinere ondernemingen minder. Die weg willen we ook in Turnhout volgen.
Elke begroting is keuzes maken. Investeer je in sterke openbare diensten met personeel dat geëngageerd is en dat de stad goed kent? Of geef je jaarlijks 1,3 miljoen euro aan private consultancybedrijven, zoals ons stadsbestuur doet? Dat zijn politieke keuzes. Wij willen investeren in de stad, maar die investeringen moeten ook terugvloeien naar de samenleving. Ze mogen niet in de zakken verdwijnen van enkele aandeelhouders van een privébedrijf.
Wat wij willen
Eén. Een belastingverschuiving naar de sterkste schouders
- We maken een grondige evaluatie van de Algemene Belasting op Economische Bedrijvigheid om die te hervormen, zodat de grootste bedrijven de grootste bijdragen leveren.
- We dringen aan bij de federale overheid op een herziening van de berekening van de personenbelasting, zodat men weer rekening houdt met de inkomens uit vermogen.
- We dringen aan bij de Vlaamse overheid om het verlies aan inkomsten uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing op materieel en outillage terug te draaien.
Meer achtergrondinformatie
De PVDA meent dat de grote bedrijven meer moeten bijdragen aan de stadsbegroting. Bedrijven maken gebruik van de collectieve stadsinfrastructuur, van transportinfrastructuur, van ons onderwijs, van dienstverlening en van sociale voorzieningen zoals tijdelijke werkloosheid. Zonder die collectieve voorzieningen kunnen zij hun activiteiten niet uitvoeren en hun winsten niet verzekeren. Het is dan ook logisch dat ze een bijdrage leveren aan de stadsfinanciën die daarmee in overeenstemming zijn.
Sinds 2020 werden zes verschillende gemeentelijke belastingen voor bedrijven samengebracht in één nieuwe belasting: de Algemene Belasting op Economische Bedrijvigheid (ABEB). Deze belasting moet jaarlijks 1,2 miljoen euro opbrengen. In feite is de ABEB een belasting op vestiging, waar wij met de PVDA reeds sinds 2018 voor pleiten. Toch stemden we in de gemeenteraad tegen deze hervorming. De ABEB zal er niet voor zorgen dat grote bedrijven meer bijdragen, integendeel.
Eén van de zes afgeschafte belastingen was de belasting op drijfkracht, reeds jaren een doorn in het oog van patroonsorganisaties zoals VOKA en Unizo. In 2019, het laatste jaar dat deze belasting bestond, bracht ze nog iets meer dan een half miljoen euro op. Wij stelden toen voor om die belasting te verhogen naar het voorbeeld van Zwijndrecht. Dat zou jaarlijks nog eens 600.000 euro extra hebben opgeleverd. Helaas werd onze logica niet gevolgd, en koos dit stadsbestuur ervoor om de wensen van het grootbedrijf in te willigen.
De oppervlaktebelasting van Turnhout is te weinig progressief. Dat betekent dat het belastingtarief onvoldoende stijgt tegenover de grootte van de onderneming. Een doorsnee bakker betaalt daardoor in verhouding tot zijn jaarlijkse winst bijna tienmaal meer dan een multinational als Soudal!
Die situatie is absurd en ze moet dan ook omgekeerd worden: de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen. We willen de ABEB herzien en hervormen. We voegen extra belastingschijven toe, tot 5.000m² en trekken het bedrag voor elke m² daarboven op.
We onderzoeken daarbij ook het potentieel van een belasting op elektriciteitsverbruik van bedrijven als alternatief voor de verdwenen belasting op drijfkracht. We ontzien bedrijven die voor honderd procent met groene energie werken. Om de kleine zelfstandigen te sparen, leggen we minimumgrenzen vast.
Door de grote bedrijven meer te laten bijdragen, kunnen nieuwe jobs bij de stadsdiensten worden gecreëerd, kan worden geïnvesteerd in publieke dienstverlening en kunnen de kosten voor de gewone burger dalen.
De fiscus ontziet personen met grote vermogens. De belastingen op inkomsten uit vermogen (roerende voorheffing) worden niet vermeerderd met gemeentelijke opcentiemen zoals dat wel het geval is met de personenbelasting op de lonen en uitkeringen. In Turnhout bedraagt de aanvullende personenbelasting 7,5 procent. Al wie zijn of haar inkomen voornamelijk haalt uit lonen of uitkeringen, betaalt die 7,5 procent. Al wie zijn of haar inkomen voornamelijk haalt uit fortuin, betaalt daar géén gemeentelijke belastingen op. Een herziening van de berekening van de personenbelastingen zodat in de toekomst ook met inkomsten uit de grote fortuinen rekening wordt gehouden, dringt zich dus op.
Men zou bijvoorbeeld belasting kunnen heffen vanaf kapitaalopbrengsten hoger dan 10.000 euro zodat kleine spaarders niet getroffen worden. Een opbrengst van 10.000 euro veronderstelt al een kapitaal van 1 miljoen euro met 1 procent opbrengst. Zo kunnen de gemeenten hun inkomsten verhogen en dragen de allerrijksten daar ook toe bij.
De opcentiemen op de onroerende voorheffing op materieel en outillage vormen een andere belasting op grote bedrijven. Maar sinds 2009 verleent de Vlaamse overheid bij investeringen in nieuw materieel en outillage vrijstellingen op deze voorheffing. De Vlaamse overheid compenseerde eerst nog het inkomstenverlies van de gemeenten ten gevolge van deze vrijstellingen. Maar in september 2015 schafte ze die compensatie zonder overleg met de gemeenten helemaal af. Ook aan de regeling zelf werd intussen gesleuteld om de belastingdruk op bedrijven te verlagen. We dringen aan bij de Vlaamse overheid om het verlies aan inkomsten uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing op materieel en outillage terug te draaien.
Twee. Een financiering op maat van een centrumstad
- We dringen er bij de Vlaamse overheid op aan om de dotatie voor het Gemeentefonds op te trekken.
- We openen nieuwe pistes om onze buurgemeenten meer te laten bijdragen in de kosten die wij dragen als centrumstad.
Meer achtergrondinformatie
De PVDA wil dat meer financiële middelen van de Vlaamse overheid naar de stijgende behoeften van de gemeenten gaan. De dotaties van het Gemeentefonds worden jaarlijks met 3,5 procent verhoogd. Dat was de voorbije jaren zelfs niet voldoende om de hoge inflatie te compenseren. We dringen aan op een hogere structurele financiering vanuit Vlaanderen voor de steden en gemeenten.
Als centrumstad heeft Turnhout een belangrijke uitstraling naar de buurgemeenten. Ons aanbod op vlak van onderwijs, gezondheidszorg, maar ook op vlak van sport, cultuur en ontspanning, maakt dat we veel bezoekers aantrekken. Ook werkt en winkelt een groot deel van de inwoners uit onze buurgemeenten in Turnhout. Onze buurgemeenten genieten mee van de centrumfunctie van onze stad. Maar de kosten voor deze centrumfuncties worden in hoofdzaak gedragen door de Turnhoutenaren. En ook bijkomende lasten, zoals de grotere concentratie armoede, komen op Turnhoutse schouders terecht. Op termijn wordt dit financieel onhoudbaar. Een grotere bijdrage van onze rijkere buurgemeenten aan de kosten die de centrumfunctie van Turnhout met zich meebrengt, dringt zich op.
We openen nieuwe pistes om een intergemeentelijke financiering te verwezenlijken. Dat doen we uiteraard in samenspraak met de betrokken gemeenten. Een mogelijke piste is bijvoorbeeld te onderzoeken of we bij grote bouwprojecten met een belangrijke functie voor de buurgemeenten kunnen werken met co-financiering.
Op termijn is een fusie tussen Turnhout, Oud-Turnhout, Beerse en Vosselaar wellicht de meest logische keuze. Niet alleen op financieel vlak, maar ook op beleidsvlak. Ruimtelijke ordening, mobiliteit, groenbehoud… het zijn allemaal uitdagingen die zich stellen op het niveau van de volledige regio. Ze kunnen beter op dat niveau worden aangepakt.
Een fusie is dan wel een logische keuze, toch kan ze alleen worden doorgevoerd als daarvoor een groot draagvlak onder de bevolking bestaat, niet enkel in Turnhout, maar ook in de andere gemeenten van de regio. Bovendien mag een fusie nooit leiden tot een centralisatie van de dienstverlening aan de bevolking: alle diensten moeten in alle deelgemeenten beschikbaar blijven voor de burger. We hebben een sterke stadsregionale samenwerking nodig voor de grote uitdagingen van morgen. Maar tegelijk hebben we integrale wijken nodig, met dienstverlening dicht bij de mensen, voor een stad op mensenmaat.
Drie. Geen verspilling van overheidsgeld
- We stoppen met het uitbesteden van stedelijke opdrachten aan consultancybedrijven.
- We voeren dienstverlening aan de bevolking zoals groenonderhoud, opnieuw uit met eigen personeel, in plaats van het uit te besteden aan private firma's.
- We nemen het parkeerbeleid opnieuw in eigen handen en beëindigen de dure samenwerking met Indigo.
Meer achtergrondinformatie
Dat een centrumstad als Turnhout een serieus uitgavenplaatje heeft, zal niemand verwonderen. We moeten dan ook weloverwogen omgaan met onze budgetten. De middelen uit het gemeentefonds zijn onvoldoende om aan de basisbehoeften van de inwoners te voldoen. De komende jaren zullen de kosten, zoals bijvoorbeeld voor de pensioenen, nog de hoogte ingaan. De inkomsten uit de aanvullende personenbelasting staan onder druk door de vele cadeaus die de voorbije jaren werden uitgedeeld aan de werkgevers. Allemaal kosten waar de gemeente weinig of geen invloed op heeft. We moeten dus élke euro die we in het meerjarenplan uitgeven minstens drie keer omdraaien.
Maar vandaag lijkt het alsof we het geld langs de ramen naar buiten gooien. Terwijl het stadsbestuur bespaart op eigen personeel geeft het meer dan 1,3 miljoen euro uit aan externe consultancybedrijven. Mensen met een hart voor de stad worden vervangen door managers uit de privé die geen band hebben met Turnhout en die de stad meer geld kosten. Het managementteam van de stad werd bijna volledig vervangen door externe managers van consultancybureaus. Maar de inzet van consultancy gaat veel verder dan het oplossen van problemen in het managementteam. In allerlei diensten (gelijke kansen, sociale zaken, kinderopvang, personeel en organisatie…) steeg de kostprijs voor consultancy van 75.000 euro bij het begin van deze legislatuur naar 759.000 euro in 2023.
Dat is nog maar het topje van de ijsberg. Heel wat dienstverlening aan de burger gebeurt ondertussen door privébedrijven. Denk aan het groenonderhoud: vroeger gebeurde dat door stadsmedewerkers. Vandaag gebeurt dat meer en meer door privéfirma's. Het kost de stad veel geld en meer en meer Turnhoutenaren zijn ontevreden over de dalende kwaliteit van het groenonderhoud. Als we zo verder doen blijven we binnen enkele jaren over met een stad die niets meer zelf kan en die voor alles dure externe bedrijven moet inhuren om haar taken naar de burger nog te kunnen doen.
De PVDA eist dat het stadsbestuur de besparingen op stadspersoneel intrekt. Dat is een kwestie van respect. Goed gekwalificeerd personeel met een band met onze stad is ook noodzakelijk om een goede dienstverlening te kunnen garanderen aan de Turnhoutenaren.
Iedereen die vandaag zijn auto betalend parkeert in Turnhout, betaalt eigenlijk één private speler: Indigo. Het is Indigo die bepaalt wat de tarieven zijn van kort parkeren of van abonnementen. Indigo heeft ondertussen meer te zeggen over parkeren in Turnhout dan onze schepen van mobiliteit zelf. Het gaat hier niet om een parkeerbeleid maar om een betaalbeleid, ten voordele van Indigo.
Bovenop de inkomsten uit al die parkeermeters, krijgt Indigo nog eens jaarlijks een kwart miljoen euro van de stad voor de organisatie van de ondergrondse parkings en het straatparkeren. Zo loopt de stad niet alleen inkomsten mis, we betalen nog eens voor het totaal uit handen geven van de sleutels voor ons parkeerbeleid. We nemen die sleutels opnieuw in eigen handen.